Landbouw en sociale driegeleding:
grond is geen handelswaar

door Wouter Kamphuis, b.d.-boerderij ’t Leeuweriksveld, stichting Mensen voor de Aarde

uitwerking van een voordracht, gehouden 7 november 2023 in de Harmonie in Bergen

Als we willen dat de landbouw als geheel weer gezond wordt, moeten we de handel in grond volledig afschaffen.
Hoe kun je je een samenleving voorstellen waarin grond geen koopwaar meer is?
En wat kun je binnen de bestaande, in dit opzicht foute wetten doen om dit ideaal toch zoveel mogelijk te benaderen?

Deze hele voordracht kan ik meteen aan het begin al samenvatten in twee zinnen:

“In de economie horen uitsluitend goederen en diensten thuis, die door menselijke inspanning tot stand zijn gebracht en die in behoeften van andere mensen voorzien.
Als mensen zijn we tegenwoordig allemaal medeverantwoordelijk om zoveel mogelijk in deze richting te werken.”

Ik wil graag beginnen met een beeld te schetsen van de Nederlandse landbouw in de toekomst, zoals ik die voor me zie. Ik stel me voor dat er — in plaats van de huidige 50.000 — in ons land weer 400.000 boeren komen, het aantal dat er ook in 1950 was. Veel meer boeren dus, die bovendien nog geholpen worden door veel andere mensen die bijvoorbeeld naast hun baantje achter een computerscherm halve dagen in de landbouw werken. Ik stel me daarbij voor dat met al het werk in de landbouw per uur plusminus het gemiddelde Nederlandse inkomen verdiend wordt (anno 2023 is dat €45,-/uur).

Naast de toepassing van veel goede en slimme techniek in de landbouw zal er ook weer veel handwerk gedaan worden, zonder lawaai en stank en met de mogelijkheid dat mensen goede gesprekken voeren tijdens het werk. Ook stel ik me voor dat er weer veel met paarden gewerkt wordt in de landbouw.

De ‘groene woestijn’ waar grote delen van het platteland nu in veranderd zijn, wordt geleidelijk omgevormd tot een prachtig landschap waarin boeren de natuur veredeld hebben tot een hoger niveau dan zij op eigen kracht, zonder de mens zou kunnen bereiken. Een landschap met veel ruimte voor bos, houtwallen, waterpartijen, met een grote rijkdom en diversiteit aan kruiden en bloemen en eveneens aan wild dierlijk leven.
In elke streek, zelfs op elke boerderij wordt een eigen uniek karakter ontwikkeld en steeds verder versterkt. Alle natuur zal verweven zijn met landbouw. De landbouw werkt alleen met dierlijke mest en met compost; kunstmest wordt niet meer aangewend; menselijke mest kan hoogstens via het bos en de houtwallen weer in de kringloop gebracht worden. Overal zijn de kringlopen tussen vee en akkers op lokaal niveau verregaand gesloten.

De landbouw zullen we geleidelijk (weer) gaan beleven als een door en door spirituele activiteit. De koe wordt door de mensen hoog gewaardeerd als het belangrijkste landbouwhuisdier. Ze wordt alleen met ruwvoer gevoed. Chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen worden niet meer gebruikt. De biodynamische preparaten worden algemeen intensief toegepast, zijn uitgebreid verder ontwikkeld en nog steeds voortdurend verder in ontwikkeling. Hybride-en GMO-zaadgoed wordt niet meer gebruikt, boeren werken met zaadvaste rassen die door boeren zelf of in nauwe samenwerking met hen veredeld en vermeerderd worden. De lichtwortel wordt op grote schaal geteeld en is een normaal basisvoedingsmiddel geworden. Er is een intensieve samenwerking van het onderwijs met de landbouw, alle kinderen genieten een substantieel deel van hun onderwijs op de boerderij en in de met de landbouw verbonden natuur. Ook is er een intensieve en vruchtbare samenwerking van de gezondheidszorg met de landbouw. De landbouw is de basis van een hele nieuwe cultuur geworden!

Is dit alles niet een volslagen utopie? Onhaalbaar en onbetaalbaar?

Zoals wel vaker, geldt ook in dit geval: de werkelijkheid is precies tegengesteld aan wat we nu in het algemeen gewend zijn te denken. Niet het visioen dat ik net geschetst heb is de utopie; de echte utopie is de gangbare landbouw zoals die nu nog overal om ons heen bedreven wordt. Weliswaar vormt die nu de “harde realiteit”. Maar tegelijk is zij gebaseerd op volkomen utopische waanideeën en absoluut onhoudbaar naar de toekomst toe. Die waanideeën zijn bv.:

Op deze en soortgelijke ideeën is de ‘normale’ tegenwoordige landbouw gebaseerd. Onze hele cultuur is er nu op gebaseerd!

Het laatste waanidee dat ik noemde, de handel in grond, arbeid en bedrijven, brengt ons meteen bij wat mijns inziens de eerste en belangrijkste voorwaarde is om het mooie visioen van de landbouw van de toekomst dat ik voor u schetste, te realiseren. (Ik baseer me hierbij op het sociaalwetenschappelijke werk van Rudolf Steiner.) Die voorwaarde luidt: vernieuwing van het eigendomsrecht. Uiteindelijk hangen namelijk alle grote en ernstige problemen in de verhouding tussen mensen onderling en tussen mens en natuur waar we momenteel wereldwijd mee kampen, samen met het eigendomsrecht.
Het eigendomsrecht is het fundament van ons hele rechtssysteem; dat fundament is onbruikbaar geworden en is dringend aan vernieuwing toe. Waar we naartoe moeten is dat het eigendom van alle productiemiddelen tijdelijk wordt. Om het voorbeeld van een boer te nemen: een boer is in de toekomst alleen nog eigenaar van zijn boerderij omdat en voor zolang hij het werk doet, en de zorg en verantwoordelijkheid voor de boerderij draagt. Op het moment dat hij dat, om welke reden dan ook, niet meer doet, is hij eigenaar af.
Ditzelfde geldt voor het eigendom van alle andere bedrijven. Daarmee wordt bereikt dat bedrijven niet meer te koop zijn voor geld; de enige reden waardoor iemand in de toekomst een bedrijf in eigendom kan krijgen, is dat hij of zij beschikt over de juiste, daarvoor benodigde capaciteiten (kennis en kunde, overzicht, wilskracht, toewijding, communicatieve vaardigheden etc).

Nu kom ik even weer terug op het zinnetje dat ik aan het begin van mijn voordracht noemde:
“In de economie horen uitsluitend goederen en diensten thuis, die door menselijke inspanning tot stand zijn gebracht en die in behoeften van andere mensen voorzien.”
Dit is m.i. een heel belangrijke stelling, zo belangrijk dat zijn belang ervan kan niet overschat worden. Deze zin beschrijft hoe de economie weer echt op de mens gebaseerd kan worden, en hij geeft aan hoe we een echt rechtvaardige samenleving kunnen opbouwen. Want we kunnen alleen tot juiste, eerlijke prijzen komen als er een gezonde wederkerigheid in de economie heerst, waarbij alleen werkelijke prestaties die in werkelijke behoeften voorzien, ten opzichte van elkaar in geld gewaardeerd worden. Een rechtvaardige samenleving is per definitie onmogelijk, zolang er in de economie arbeidsloos inkomen “verdiend” kan worden, op wat voor manier dan ook. En juist dat laatste gebeurt nu op grote schaal, meer dan ooit eerder in de geschiedenis; het verouderde eigendomsrecht legaliseert dit en nodigt er toe uit. Was het aandeel van de financiële sector in het totaal van de economie in 1980 nog 33 procent, in 2018 was dat gegroeid tot 80 procent en sindsdien groeit het snel verder. In een gezonde samenleving daalt dat aandeel naar 0%. Er kan dan geen geld meer verdiend worden met handel in geld, in aandelen, staatsobligaties, grond en onroerend goed, hypotheken of enig ander financieel “product”.

Hoe krijgen we dat voor elkaar? Inderdaad: door wettelijk vast te leggen dat alle eigendom van productiemiddelen principieel tijdelijk is. (Het eigendomsrecht met betrekking tot consumptiegoederen levert geen problemen op en kan blijven zoals het is.)

Voor de landbouw zal het tijdelijk eigendom in de praktijk het volgende betekenen:

  1. De financiële waarde van grond als zodanig is nul euro.
  2. Er zal geen pacht en geen hypotheekrente meer bestaan.
  3. De overdracht van een boerderij van een oude naar een nieuwe eigenaar is altijd een schenking.
  4. De oudedagsvoorziening voor de stoppende boer wordt betaald uit de algemene middelen van de economie (niet de staat), en is dus op geen enkele wijze direct afhankelijk van zijn voormalige boerderij.
  5. Voor het gebruik van zijn boerderij betaalt een boer grondrente aan de samenleving. De hoogte van de grondrente wordt bepaald door enerzijds de kwaliteit van de grond ter plaatse en anderzijds de capaciteiten van de boer.
  6. Betaalde grondrente is, juridisch gezien, van niemand, aangezien grond door niemand gemaakt is. Deze gelden vloeien als onvoorwaardelijk vrij schenkgeld naar onderwijs, gezondheidszorg, wetenschap, kunst of religie.
  7. Een stoppende boer heeft het recht om zelf zijn opvolger aan te wijzen, al of niet uit zijn eigen familie.
  8. Andere mogelijkheid voor de opvolging: een opvolger kan ook gevonden worden door aspirant-boeren tegen elkaar op te laten bieden. Dit moet je je alleen voorstellen binnen de context van het nieuwe eigendomsrecht! Wie de hoogste grondrente biedt, krijgt de betreffende boerderij.

Over naar de realiteit waar we nu allemaal dagelijks in leven. Wat kun je zelf doen met deze ideeën? Kun je, ondanks de schadelijke ontwikkeling van zeer sterke groei van de financiële sector die ik net schetste, iets doen om aan de gezonde samenlevingsstructuur van de toekomst te werken?

Het eerste en belangrijkste, wat iedereen kan doen, is en blijft volgens mij de serieuze studie van de sociale wetmatigheden volgens de geesteswetenschap van Rudolf Steiner (bijvoorbeeld zijn boeken Kernpunten van het sociale vraagstuk en Wereldeconomie). Dit het liefst in groepen. Alles wat op het fysieke plan gerealiseerd wordt, is altijd eerst in de geest voorbereid. Aan die voorbereiding meewerken, kunnen we allemaal en dat schept veel voldoening.

Op het praktische vlak zijn de mogelijkheden vooralsnog sterk beperkt: wetten verander je niet zomaar en er lijkt op dit moment geen enkel zicht op een meerderheid vóór invoering van tijdelijk eigendom van grond en bedrijven.

Wat wel kan is zoveel mogelijk bedrijven en grond onderbrengen in een stichting, die ervoor zorgt dat deze nooit weer verkocht kunnen worden. Dat is dan een provisorische oplossing om binnen de bestaande wetten de gezonde situatie toch zoveel mogelijk te benaderen. Er zijn diverse stichtingen met dat doel.
Samen met mijn vrouw heb ik er zelf ook één opgericht: Mensen voor de Aarde. Deze stichting zien wij alleen als een vehikel dat binnen de huidige wetgeving noodzakelijk is, omdat het tijdelijk eigenaarschap in de vorm zoals we die nodig hebben, wettelijk nog niet bestaat en er in de huidige context altijd een eigenaar in financiële zin moet zijn.
Mensen voor de Aarde is op dit moment eigendomsdrager voor 4 verschillende projecten: ze bezit 3 ha grond die ze inbrengt in ’t Leeuweriksveld c.v., onze biologisch-dynamische boerderij bij Emmen; 0,5 ha grond met een woonhuis aan de Zandzoom 70 te Emmen; 0,65 ha grond met een woonhuis aan de nieuwe weg 31 te Zwartemeer; en tenslotte 1,7 ha grond die ze inbrengt in c.v. de Eemstuin, een bd-tuinbouwbedrijf te Uithuizermeeden. Projecten worden gefinancierd met behulp van particuliere leningen en schenkingen en eigen middelen.
De stichting verhuurt of verpacht niets; zowel de aangesloten boeren als de bewoners van de woonhuizen zijn tijdelijk eigenaar. Alle aangeslotenen moeten wel grondrente betalen, waarmee de stichting aan haar verplichtingen naar lening-gevers voldoet.
Een deel van de grondrente is ‘vrij geld’ en wordt gebruikt om weer nieuwe projecten te financieren; zij het aankoop van nieuwe grond, zij het bv. een school. Dit deel zal in de toekomst steeds groter worden.
Het bestuur van de stichting wordt gevormd door een vertegenwoordiger van elk aangesloten project, aangevuld met één onafhankelijk bestuurslid. Hoe meer mensen een project beginnen binnen Mensen voor de Aarde, en hoe langer we de samenwerking met elkaar volhouden, hoe groter de voordelen voor alle betrokkenen worden. Door stichting Mensen voor de Aarde hopen we zo een bescheiden bijdrage te leveren aan het zichtbaar, ervaarbaar en begrijpelijk maken van het belang van tijdelijk eigenaarschap.


naar boven

terug naar 'Actueel'